Afgelopen zondag zijn we naar Ingelsträde geweest. Daar zou een Middeleeuws feest zijn en dat leek ons interessant. We wisten niet wat we ervan moesten verwachten, maar je moet alles een keer meemaken.
Het was precies wat we dachten. Kleine tentjes, acrobaten, jongleurs, muzikanten, boogschutters, eten en drinken en de ridders.
Tuurlijk gingen ze niet echt met elkaar in gevecht, maar ze lieten wel alle atributen passeren waar de ridders mee vochten. Grote zwaarden, stokken met kettingen, de goedendag. Lekkere jongens, vroeger.
Er werd van alles bij verteld. Bijvoorbeeld dat een echt ridderzwaard omgerekend naar huidige maatstaven Euro 45.000,00 zou kosten. Goed gesmeed ijzer was schaars en dus duur. De gewone soldaat moest het met minder doen. En dat grote paarden (stokmaat 1,50 m) niet geëxporteerd mochten worden uit Engeland want dat was oorlogsmateriaal. De ridders telden voor een groot paard een fortuin neer in die tijd. Normale paarden werden toen 1,20 tot 1,30 m.
Een nar was er ook bij voor de vrolijke toon. De ridders speelden een prachtig stukje toneel. De boogschutters lieten hun kunsten zien. De muziek was middeleeuws, saai en vals, maar dat hoort zo.
We hebben genoten.
Een kleine markt met van alles. Sieraden, kleren, zwaarden en helmen voor de mini ridders, dierenhuiden, handwerk en boeken over de middeleeuwen. Uitleg over de runen die in Scandinavië nog heel lang zijn gebruikt. Leuk, wat mij betreft voor herhaling vatbaar.