Elk jaar nestelt een paartje kraanvogels in de buurt. Zo gauw de kraanvogels te horen zijn vindt Rinus dat het lente is. Ik vind het prachtige vogels, zeker als ze met lange rustige vleugelslagen over je hoofd vliegen. Maar voor mij begint de lente pas bij de eerste koekoekroep.
Dit voorjaar duurde het heel lang voor ze met z’n tweeën waren. Er stond al een paar weken een kraanvogel op de bult te schreeuwen. En we waren al bang dat een van de twee de winter niet had overleefd. Gelukkig, op een ochtend kreeg de ene antwoord van de ander. Ze hadden elkaar weer gevonden.
Ze maken veel herrie, ze schreeuwen ongeveer als pauwen. Ze zijn zo groot als ooievaars. En telkens stappen ze trots door het weiland op zoek naar kikkertjes en andere beestjes.
De jonge kraanvogels laten zich nog niet zien. Vorig jaar hadden ze er twee, het jaar ervoor hebben we geen jonge kraanvogels gezien.